Professionele Verf: Marketingtruc of een goede investering?

Wat zit er in verf?

Belangrijke ingrediënten van verf zijn bindmiddelen, oplosmiddelen, kleurstoffen, vulstoffen en hulpstoffen.

Bindmiddelen zorgen ervoor dat vloeibare verf na het aanbrengen een harde verflaag wordt. Ze bepalen ook voor een groot deel de eigenschappen van de verf: de mate van de hechting, de glans en de levensduur.

Oplosmiddelen zorgen ervoor dat de verf gemakkelijk te verwerken is, goed vloeit en snel droogt.

Kleurstoffen (of pigmenten) zijn bepalend voor de kleur en dekking van de verf.

Vulstoffen geven de verf ‘body’. Hierdoor worden eventuele oneffenheden opgevuld en ontstaat een strakke laag.

Hulpstoffen worden aan verf toegevoegd om de verf bepaalde extra eigenschappen te geven. Denk bijvoorbeeld aan corrosie- of schimmelwerende stoffen, conserveermiddelen en stoffen die de droging versnellen.

Verffabrikanten zijn voortdurend op zoek naar de optimale mix van alle verfingrediënten in relatie tot de verschillende groepen gebruikers. Professionele schilders stellen namelijk andere eisen aan verf dan doe-het-zelvers.

Verf voor professionele schilders

Een professioneel schildersbedrijf geeft vaak garantie af op het geleverde werk. Als verf gaat bladderen, verkleuren of glans verliest vóór de afgesproken termijn, moet het overgeschilderd worden. En omdat zo’n klus gemiddeld uit zo’n 90% arbeidsloon bestaat, neemt een professional met de kwaliteit van zijn verf geen enkel risico. Een professionele schilder kiest daarom zonder aarzelen voor verf met kwalitatief goede grondstoffen. Deze stoffen zorgen voor een duurzamer schilderresultaat en maken een langere levensduur van het schilderwerk mogelijk.

Voordelige verf voor de doe-het-zelver

Voor een doe-het-zelver ligt dat anders: die heeft alleen te maken met de aanschafkosten van de verf. Hij rekent immers geen uurloon voor zijn eigen uren die hij aan het schilderen is. Voor deze groep gebruikers weegt de aankoopprijs van de verf dus zwaarder mee. Voor de doe-het-zelver ontwikkelt een verffabrikant daarom ook verven met minder kostbare ingrediënten.

Natuurlijk speelt ook de aard van het schilderwerk mee: aan verf voor een schutting of tuinhuisje worden minder hoge kwaliteitseisen gesteld dan aan verf voor de voordeur of voor dure kozijnen. Datzelfde geldt voor lastig bereikbaar geveltimmerwerk waarvoor een steiger nodig is. Een tuinhuisje opnieuw schilderen is wel te overzien, maar om de haverklap het huis in de steigers zetten om de gevel bij te werken is niet de bedoeling. Voor dit soort klussen wordt dan ook vaak een professionele verf gebruikt.

Professionele verf heeft een langere levensduur

Veel doe-het-zelvers geven daarom óók de voorkeur aan professionele, duurdere verven. Professionele verf is een investering voor de lange termijn: de aanschafprijs ligt hoger, maar de verf gaat ook langer mee.

Neem bijvoorbeeld Wijzonol LBH Silicon Alkyd Hooggglanslak of Sikkens Rubbol XD Semi-Gloss. Twee professionele verven op basis van gesiliconiseerde alkydharsbindmiddelen. In deze verven is silicium verwerkt: een grondstof die zeer effectief is in het weerstaan van uv-straling.

Uv-straling zorgt ervoor dat een verflaag veroudert en beschadigt. Vergelijk het maar met het effect van intensieve uv-straling op de huid. Goede uv-bescherming kan het verouderingsproces van de huid helaas niet voorkomen, maar wel aanmerkelijk vertragen. Silicium is dus een zeer waardevolle toevoeging aan verf om de duurzaamheid te vergroten.

Wanneer er minder effectieve bindmiddelen in verf worden gebruikt, zal de verflaag eerder bezwijken en (op microniveau) breken. Hierdoor verliest het schilderwerk glans en gaat het scheuren en bladderen. Het geschilderde oppervlak zal je daarom eerder moeten overschilderen. De meeste verf voor de doe-het-zelver (DHZ-verf) moet jaren eerder opnieuw worden aangebracht dan professionele verf.

Het effect van duurdere pigmenten in verf

Een ander prijs- en kwaliteitsbepalend element in verf is het pigment. Ook pigment is er in allerlei soorten. Bij verf met goedkopere pigmenten zal het kleurbehoud en de kleurechtheid minder nauwkeurig zijn dan bij de duurdere alternatieven. En nog belangrijker: de dekking is vaak niet optimaal. Daar waar met een professionele verf één laag verf vaak al voldoende is, moeten er met een goedkopere verf soms twee of zelfs drie lagen verf worden aangebracht. Nog een reden voor de professional om niet te besparen op de kwaliteit van de verf. Tijd is immers geld.

Ook voor doe-het-zelvers is een goede dekking en kleurechtheid van belang. Je gekozen verfkleur moet immers wel passen bij de rest van het buitenwerk. Bovendien moet je bij een slechte dekking meerdere lagen aanbrengen. Voor meerdere verflagen, heb je meer verf nodig en dat kost ook de doe-het-zelver een extra investering.